Laten we maar
beginnen met onze naam: Den Hengst.
Er zijn nu zo’n 140 personen in Nederland met deze achternaam (telling 2007), daarnaast zijn er nog ca. 60 personen met de achternaam Van de/ Van der/Van den Hengst. De meeste naamgenoten Den Hengst wonen in het westen van het land, maar de naam komt ook voor in het oosten (Aalten), in Gelderland, Zeeland en Brabant. Voor zover ik kan zien is er tussen alle naamgenoten een familieband, maar die kan wel 8 of 10 generaties terug gaan (zie volgende blog).
Een “hengst”
is een type boot, en daarin ligt waarschijnlijk de oorsprong van onze naam. Er
is een notarieel document van 26 juni 1650 waarin vastgelegd wordt dat bij Jan Bastiaens
den Hengst piraterij heeft plaatsgevonden op zijn “schip genaemt den Hengst,
affgelade sijnt met boter, kaes en andere coopmanschappen” , waarbij in de
buurt van Boulogne “drie tonnen visch een achtendeel boter en 26 stucken kaes
en enkele scheepsgereetschappen” zijn geroofd.
In het
Rijksmuseum is een model (uit 1819) van een “hengst” tentoongesteld:
Ook is bekend dat een hengst als pont is gebruikt bij de noodlottige overtocht van Prins Willem Friso in 1711 over het Hollands Diep:
Johan Willem Friso verliet op 11 juli het legerkamp, bracht de nacht door te Rijssel en arriveerde in de middag van de 14e aan de Moerdijk. Zijn koets ging op de gewone pont, hijzelf stapte in een kleine schuit. Het weer, tot op dat moment rustig, sloeg plotseling om. De Prins stapte daarom over op de pont en nestelde zich in zijn koets, om te schuilen voor het slechte weer.
Wellicht door het stormachtige
weer kwam de pont niet goed uit aan de kant van Strijensas. Veerknecht Pieter
Cornelissen moest daardoor bijdraaien. Op dat moment werd het vaartuig door een
sterke windvlaag gegrepen en omgegooid. De Prins slaagde erin uit de koets te
komen. Een van zijn metgezellen greep hem met de moed der wanhoop bij de hand,
maar vergeefs. Een volgende golf sleurde de Prins mee, het kolkende water van
het Hollands Diep in.
De dienaar van de Prins, Hilken, onderging hetzelfde lot, terwijl de rest van de opvarenden maar net konden worden gered door kleine sloepjes die in allerijl vanaf Striensesas waren uitgevaren. Pas acht dagen later, op 22 juli, werd het ontzielde lichaam van de Prins uit het water gevist door een schipper uit Klundert. Het stoffelijk overschot werd naar Dordrecht gebracht, waar het werd gebalsemd. In februari 1712 werd Johan Willem Friso bijgezet in de Grote of Jacobijnerkerk te Leeuwarden.
Er zijn nog enkele hengsten in de vaart, je kunt een tocht boeken.
Op een liefhebbers-website wordt er het volgende over gechreven:
Met name vanuit Zeeuws-Vlaamse havens als Kruispolderhaven en Emmahaven werd met de hengst op de Westerschelde gevist. In deze plaatsen waren ook kleine scheepswerven. In ongeveer zes maanden kon daar een hengst worden gebouwd.
De oudste vermelding van dit scheepstype dateert uit 1655 in Kieldrecht
(Oost-Vlaanderen), maar het komt ook al voor op een schilderij van Johannes
Porcellis uit 1622.
Afbeelding van een Heynst (hengst) uit het boek "Hollandse schepen" van Groenewegen (1789).
Hengsten werden vooral gebouwd op werven in Zeeland zoals J.F. de Klerk te Kruispolder, "Moed en Trouw" te Paal en Gebr. Meerman te Arnemuiden. Deze laatste werf bestaat nog steeds in de vorm van een museum, waar nog gewerkt wordt en is gelieerd aan de Stichting Behoud Hoogaars, die zich ook ontfermt over hengsten
Bronnen:
1)
Nederlandse
Familienamenbank (cbgfamilienamen.nl)
2)
Model of a Hengst,
anonymous, 1819 - Rijksmuseum
Leuk om te lezen allemaal! En wat gaat het nog ver terug.
BeantwoordenVerwijderenGroeten,
Kylie